INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- verwondde
- verwondde
- verwondde
- verwondde
- verwondden
- verwondden
- verwondden
O.v.t. (Past)
- zal verwonden
- zult verwonden
- zal verwonden
- zult verwonden
- zult verwonden
- zullen verwonden
- zullen verwonden
O.t.t.t. (Future)
- had verwond
- had verwond
- had verwond
- had verwond
- hadden verwond
- hadden verwond
- hadden verwond
O.v.t.t. (Condicional)
- heb verwond
- hebt verwond
- heeft verwond
- hebt verwond
- hebben verwond
- hebben verwond
- hebben verwond
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal verwond hebben
- zult verwond hebben
- zal verwond hebben
- zult verwond hebben
- zult verwond hebben
- zullen verwond hebben
- zullen verwond hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou verwond hebben
- zou verwond hebben
- zou verwond hebben
- zou verwond hebben
- zouden verwond hebben
- zouden verwond hebben
- zouden verwond hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)