INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- verwarde
- verwarde
- verwarde
- verwarde
- verwarden
- verwarden
- verwarden
O.v.t. (Past)
- zal verwarren
- zult verwarren
- zal verwarren
- zult verwarren
- zult verwarren
- zullen verwarren
- zullen verwarren
O.t.t.t. (Future)
- had verward
- had verward
- had verward
- had verward
- hadden verward
- hadden verward
- hadden verward
O.v.t.t. (Condicional)
- heb verward
- hebt verward
- heeft verward
- hebt verward
- hebben verward
- hebben verward
- hebben verward
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal verward hebben
- zult verward hebben
- zal verward hebben
- zult verward hebben
- zult verward hebben
- zullen verward hebben
- zullen verward hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou verward hebben
- zou verward hebben
- zou verward hebben
- zou verward hebben
- zouden verward hebben
- zouden verward hebben
- zouden verward hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)