INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- vocht
- vocht
- vocht
- vocht
- vochten
- vochten
- vochten
O.v.t. (Past)
- zal vechten
- zult vechten
- zal vechten
- zult vechten
- zult vechten
- zullen vechten
- zullen vechten
O.t.t.t. (Future)
- had gevochten
- had gevochten
- had gevochten
- had gevochten
- hadden gevochten
- hadden gevochten
- hadden gevochten
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gevochten
- hebt gevochten
- heeft gevochten
- hebt gevochten
- hebben gevochten
- hebben gevochten
- hebben gevochten
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gevochten hebben
- zult gevochten hebben
- zal gevochten hebben
- zult gevochten hebben
- zult gevochten hebben
- zullen gevochten hebben
- zullen gevochten hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gevochten hebben
- zou gevochten hebben
- zou gevochten hebben
- zou gevochten hebben
- zouden gevochten hebben
- zouden gevochten hebben
- zouden gevochten hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)