INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- meubelde
- meubelde
- meubelde
- meubelde
- meubelden
- meubelden
- meubelden
O.v.t. (Past)
- zal meubelen
- zult meubelen
- zal meubelen
- zult meubelen
- zult meubelen
- zullen meubelen
- zullen meubelen
O.t.t.t. (Future)
- had gemeubeld
- had gemeubeld
- had gemeubeld
- had gemeubeld
- hadden gemeubeld
- hadden gemeubeld
- hadden gemeubeld
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gemeubeld
- hebt gemeubeld
- heeft gemeubeld
- hebt gemeubeld
- hebben gemeubeld
- hebben gemeubeld
- hebben gemeubeld
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gemeubeld hebben
- zult gemeubeld hebben
- zal gemeubeld hebben
- zult gemeubeld hebben
- zult gemeubeld hebben
- zullen gemeubeld hebben
- zullen gemeubeld hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gemeubeld hebben
- zou gemeubeld hebben
- zou gemeubeld hebben
- zou gemeubeld hebben
- zouden gemeubeld hebben
- zouden gemeubeld hebben
- zouden gemeubeld hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)