INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- huilde
- huilde
- huilde
- huilde
- huilden
- huilden
- huilden
O.v.t. (Past)
- zal huilen
- zult huilen
- zal huilen
- zult huilen
- zult huilen
- zullen huilen
- zullen huilen
O.t.t.t. (Future)
- had gehuild
- had gehuild
- had gehuild
- had gehuild
- hadden gehuild
- hadden gehuild
- hadden gehuild
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gehuild
- hebt gehuild
- heeft gehuild
- hebt gehuild
- hebben gehuild
- hebben gehuild
- hebben gehuild
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gehuild hebben
- zult gehuild hebben
- zal gehuild hebben
- zult gehuild hebben
- zult gehuild hebben
- zullen gehuild hebben
- zullen gehuild hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gehuild hebben
- zou gehuild hebben
- zou gehuild hebben
- zou gehuild hebben
- zouden gehuild hebben
- zouden gehuild hebben
- zouden gehuild hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)