INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- debuteerde
- debuteerde
- debuteerde
- debuteerde
- debuteerden
- debuteerden
- debuteerden
O.v.t. (Past)
- zal debuteren
- zult debuteren
- zal debuteren
- zult debuteren
- zult debuteren
- zullen debuteren
- zullen debuteren
O.t.t.t. (Future)
- had gedebuteerd
- had gedebuteerd
- had gedebuteerd
- had gedebuteerd
- hadden gedebuteerd
- hadden gedebuteerd
- hadden gedebuteerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gedebuteerd
- hebt gedebuteerd
- heeft gedebuteerd
- hebt gedebuteerd
- hebben gedebuteerd
- hebben gedebuteerd
- hebben gedebuteerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gedebuteerd hebben
- zult gedebuteerd hebben
- zal gedebuteerd hebben
- zult gedebuteerd hebben
- zult gedebuteerd hebben
- zullen gedebuteerd hebben
- zullen gedebuteerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gedebuteerd hebben
- zou gedebuteerd hebben
- zou gedebuteerd hebben
- zou gedebuteerd hebben
- zouden gedebuteerd hebben
- zouden gedebuteerd hebben
- zouden gedebuteerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)