INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- borg
- borg
- borg
- borg
- borgen
- borgen
- borgen
O.v.t. (Past)
- zal bergen
- zult bergen
- zal bergen
- zult bergen
- zult bergen
- zullen bergen
- zullen bergen
O.t.t.t. (Future)
- had geborgen
- had geborgen
- had geborgen
- had geborgen
- hadden geborgen
- hadden geborgen
- hadden geborgen
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geborgen
- hebt geborgen
- heeft geborgen
- hebt geborgen
- hebben geborgen
- hebben geborgen
- hebben geborgen
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geborgen hebben
- zult geborgen hebben
- zal geborgen hebben
- zult geborgen hebben
- zult geborgen hebben
- zullen geborgen hebben
- zullen geborgen hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geborgen hebben
- zou geborgen hebben
- zou geborgen hebben
- zou geborgen hebben
- zouden geborgen hebben
- zouden geborgen hebben
- zouden geborgen hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)