INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- besproeide
- besproeide
- besproeide
- besproeide
- besproeiden
- besproeiden
- besproeiden
O.v.t. (Past)
- zal besproeien
- zult besproeien
- zal besproeien
- zult besproeien
- zult besproeien
- zullen besproeien
- zullen besproeien
O.t.t.t. (Future)
- had besproeid
- had besproeid
- had besproeid
- had besproeid
- hadden besproeid
- hadden besproeid
- hadden besproeid
O.v.t.t. (Condicional)
- heb besproeid
- hebt besproeid
- heeft besproeid
- hebt besproeid
- hebben besproeid
- hebben besproeid
- hebben besproeid
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal besproeid hebben
- zult besproeid hebben
- zal besproeid hebben
- zult besproeid hebben
- zult besproeid hebben
- zullen besproeid hebben
- zullen besproeid hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou besproeid hebben
- zou besproeid hebben
- zou besproeid hebben
- zou besproeid hebben
- zouden besproeid hebben
- zouden besproeid hebben
- zouden besproeid hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)