INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- liquideerde
- liquideerde
- liquideerde
- liquideerde
- liquideerden
- liquideerden
- liquideerden
O.v.t. (Past)
- zal liquideren
- zult liquideren
- zal liquideren
- zult liquideren
- zult liquideren
- zullen liquideren
- zullen liquideren
O.t.t.t. (Future)
- had geliquideerd
- had geliquideerd
- had geliquideerd
- had geliquideerd
- hadden geliquideerd
- hadden geliquideerd
- hadden geliquideerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geliquideerd
- hebt geliquideerd
- heeft geliquideerd
- hebt geliquideerd
- hebben geliquideerd
- hebben geliquideerd
- hebben geliquideerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geliquideerd hebben
- zult geliquideerd hebben
- zal geliquideerd hebben
- zult geliquideerd hebben
- zult geliquideerd hebben
- zullen geliquideerd hebben
- zullen geliquideerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geliquideerd hebben
- zou geliquideerd hebben
- zou geliquideerd hebben
- zou geliquideerd hebben
- zouden geliquideerd hebben
- zouden geliquideerd hebben
- zouden geliquideerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen geliquideerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden geliquideerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)