INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

• karmijnen

O.t.t. (Present)

• karmijnde
• karmijnde
• karmijnde
• karmijnde
• karmijnden
• karmijnden
• karmijnden

O.v.t. (Past)

• zal karmijnen
• zult karmijnen
• zal karmijnen
• zult karmijnen
• zult karmijnen
• zullen karmijnen
• zullen karmijnen

O.t.t.t. (Future)

• had gekarmijnd
• had gekarmijnd
• had gekarmijnd
• had gekarmijnd
• hadden gekarmijnd
• hadden gekarmijnd
• hadden gekarmijnd

O.v.t.t. (Condicional)

• heb gekarmijnd
• hebt gekarmijnd
• heeft gekarmijnd
• hebt gekarmijnd
• hebben gekarmijnd
• hebben gekarmijnd
• hebben gekarmijnd

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zal gekarmijnd hebben
• zult gekarmijnd hebben
• zal gekarmijnd hebben
• zult gekarmijnd hebben
• zult gekarmijnd hebben
• zullen gekarmijnd hebben
• zullen gekarmijnd hebben

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zou gekarmijnd hebben
• zou gekarmijnd hebben
• zou gekarmijnd hebben
• zou gekarmijnd hebben
• zouden gekarmijnd hebben
• zouden gekarmijnd hebben
• zouden gekarmijnd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

• worden gekarmijnd
•  

O.v.t. (Past)

• worden gekarmijnd
•  

O.t.t.t. (Future)

• zullen gekarmijnd worden
•  

O.v.t.t. (Condicional)

• zouden gekarmijnd worden
•  

V.t.t. (Present Perfect)

• zijn gekarmijnd
•  

V.v.t. (Past Perfect)

• was gekarmijnd
•  

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zullen gekarmijnd zijn
•  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zouden gekarmijnd zijn
•