INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- functioneerde
- functioneerde
- functioneerde
- functioneerde
- functioneerden
- functioneerden
- functioneerden
O.v.t. (Past)
- zal functioneren
- zult functioneren
- zal functioneren
- zult functioneren
- zult functioneren
- zullen functioneren
- zullen functioneren
O.t.t.t. (Future)
- had gefunctioneerd
- had gefunctioneerd
- had gefunctioneerd
- had gefunctioneerd
- hadden gefunctioneerd
- hadden gefunctioneerd
- hadden gefunctioneerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gefunctioneerd
- hebt gefunctioneerd
- heeft gefunctioneerd
- hebt gefunctioneerd
- hebben gefunctioneerd
- hebben gefunctioneerd
- hebben gefunctioneerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gefunctioneerd hebben
- zult gefunctioneerd hebben
- zal gefunctioneerd hebben
- zult gefunctioneerd hebben
- zult gefunctioneerd hebben
- zullen gefunctioneerd hebben
- zullen gefunctioneerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gefunctioneerd hebben
- zou gefunctioneerd hebben
- zou gefunctioneerd hebben
- zou gefunctioneerd hebben
- zouden gefunctioneerd hebben
- zouden gefunctioneerd hebben
- zouden gefunctioneerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)