INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- fusilleerde
- fusilleerde
- fusilleerde
- fusilleerde
- fusilleerden
- fusilleerden
- fusilleerden
O.v.t. (Past)
- zal fusilleren
- zult fusilleren
- zal fusilleren
- zult fusilleren
- zult fusilleren
- zullen fusilleren
- zullen fusilleren
O.t.t.t. (Future)
- had gefusilleerd
- had gefusilleerd
- had gefusilleerd
- had gefusilleerd
- hadden gefusilleerd
- hadden gefusilleerd
- hadden gefusilleerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gefusilleerd
- hebt gefusilleerd
- heeft gefusilleerd
- hebt gefusilleerd
- hebben gefusilleerd
- hebben gefusilleerd
- hebben gefusilleerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gefusilleerd hebben
- zult gefusilleerd hebben
- zal gefusilleerd hebben
- zult gefusilleerd hebben
- zult gefusilleerd hebben
- zullen gefusilleerd hebben
- zullen gefusilleerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gefusilleerd hebben
- zou gefusilleerd hebben
- zou gefusilleerd hebben
- zou gefusilleerd hebben
- zouden gefusilleerd hebben
- zouden gefusilleerd hebben
- zouden gefusilleerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gefusilleerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gefusilleerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)