INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- fomenteerde
- fomenteerde
- fomenteerde
- fomenteerde
- fomenteerden
- fomenteerden
- fomenteerden
O.v.t. (Past)
- zal fomenteren
- zult fomenteren
- zal fomenteren
- zult fomenteren
- zult fomenteren
- zullen fomenteren
- zullen fomenteren
O.t.t.t. (Future)
- had gefomenteerd
- had gefomenteerd
- had gefomenteerd
- had gefomenteerd
- hadden gefomenteerd
- hadden gefomenteerd
- hadden gefomenteerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gefomenteerd
- hebt gefomenteerd
- heeft gefomenteerd
- hebt gefomenteerd
- hebben gefomenteerd
- hebben gefomenteerd
- hebben gefomenteerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gefomenteerd hebben
- zult gefomenteerd hebben
- zal gefomenteerd hebben
- zult gefomenteerd hebben
- zult gefomenteerd hebben
- zullen gefomenteerd hebben
- zullen gefomenteerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gefomenteerd hebben
- zou gefomenteerd hebben
- zou gefomenteerd hebben
- zou gefomenteerd hebben
- zouden gefomenteerd hebben
- zouden gefomenteerd hebben
- zouden gefomenteerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gefomenteerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gefomenteerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)