INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- deputeerde
- deputeerde
- deputeerde
- deputeerde
- deputeerden
- deputeerden
- deputeerden
O.v.t. (Past)
- zal deputeren
- zult deputeren
- zal deputeren
- zult deputeren
- zult deputeren
- zullen deputeren
- zullen deputeren
O.t.t.t. (Future)
- had gedeputeerd
- had gedeputeerd
- had gedeputeerd
- had gedeputeerd
- hadden gedeputeerd
- hadden gedeputeerd
- hadden gedeputeerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gedeputeerd
- hebt gedeputeerd
- heeft gedeputeerd
- hebt gedeputeerd
- hebben gedeputeerd
- hebben gedeputeerd
- hebben gedeputeerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gedeputeerd hebben
- zult gedeputeerd hebben
- zal gedeputeerd hebben
- zult gedeputeerd hebben
- zult gedeputeerd hebben
- zullen gedeputeerd hebben
- zullen gedeputeerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gedeputeerd hebben
- zou gedeputeerd hebben
- zou gedeputeerd hebben
- zou gedeputeerd hebben
- zouden gedeputeerd hebben
- zouden gedeputeerd hebben
- zouden gedeputeerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gedeputeerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gedeputeerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)