NL.png considereren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • considereren

O.t.t. (Present)

  • considereerde
  • considereerde
  • considereerde
  • considereerde
  • considereerden
  • considereerden
  • considereerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal considereren
  • zult considereren
  • zal considereren
  • zult considereren
  • zult considereren
  • zullen considereren
  • zullen considereren

O.t.t.t. (Future)

  • had geconsidereerd
  • had geconsidereerd
  • had geconsidereerd
  • had geconsidereerd
  • hadden geconsidereerd
  • hadden geconsidereerd
  • hadden geconsidereerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb geconsidereerd
  • hebt geconsidereerd
  • heeft geconsidereerd
  • hebt geconsidereerd
  • hebben geconsidereerd
  • hebben geconsidereerd
  • hebben geconsidereerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal geconsidereerd hebben
  • zult geconsidereerd hebben
  • zal geconsidereerd hebben
  • zult geconsidereerd hebben
  • zult geconsidereerd hebben
  • zullen geconsidereerd hebben
  • zullen geconsidereerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou geconsidereerd hebben
  • zou geconsidereerd hebben
  • zou geconsidereerd hebben
  • zou geconsidereerd hebben
  • zouden geconsidereerd hebben
  • zouden geconsidereerd hebben
  • zouden geconsidereerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden geconsidereerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden geconsidereerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen geconsidereerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden geconsidereerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn geconsidereerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was geconsidereerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen geconsidereerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden geconsidereerd zijn
  •