INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- concretiseerde
- concretiseerde
- concretiseerde
- concretiseerde
- concretiseerden
- concretiseerden
- concretiseerden
O.v.t. (Past)
- zal concretiseren
- zult concretiseren
- zal concretiseren
- zult concretiseren
- zult concretiseren
- zullen concretiseren
- zullen concretiseren
O.t.t.t. (Future)
- had geconcretiseerd
- had geconcretiseerd
- had geconcretiseerd
- had geconcretiseerd
- hadden geconcretiseerd
- hadden geconcretiseerd
- hadden geconcretiseerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geconcretiseerd
- hebt geconcretiseerd
- heeft geconcretiseerd
- hebt geconcretiseerd
- hebben geconcretiseerd
- hebben geconcretiseerd
- hebben geconcretiseerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geconcretiseerd hebben
- zult geconcretiseerd hebben
- zal geconcretiseerd hebben
- zult geconcretiseerd hebben
- zult geconcretiseerd hebben
- zullen geconcretiseerd hebben
- zullen geconcretiseerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geconcretiseerd hebben
- zou geconcretiseerd hebben
- zou geconcretiseerd hebben
- zou geconcretiseerd hebben
- zouden geconcretiseerd hebben
- zouden geconcretiseerd hebben
- zouden geconcretiseerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen geconcretiseerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden geconcretiseerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen geconcretiseerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden geconcretiseerd zijn
-