INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- accableerde
- accableerde
- accableerde
- accableerde
- accableerden
- accableerden
- accableerden
O.v.t. (Past)
- zal accableren
- zult accableren
- zal accableren
- zult accableren
- zult accableren
- zullen accableren
- zullen accableren
O.t.t.t. (Future)
- had geaccableerd
- had geaccableerd
- had geaccableerd
- had geaccableerd
- hadden geaccableerd
- hadden geaccableerd
- hadden geaccableerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geaccableerd
- hebt geaccableerd
- heeft geaccableerd
- hebt geaccableerd
- hebben geaccableerd
- hebben geaccableerd
- hebben geaccableerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geaccableerd hebben
- zult geaccableerd hebben
- zal geaccableerd hebben
- zult geaccableerd hebben
- zult geaccableerd hebben
- zullen geaccableerd hebben
- zullen geaccableerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geaccableerd hebben
- zou geaccableerd hebben
- zou geaccableerd hebben
- zou geaccableerd hebben
- zouden geaccableerd hebben
- zouden geaccableerd hebben
- zouden geaccableerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen geaccableerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden geaccableerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)