INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- voegde aaneen
- voegde aaneen
- voegde aaneen
- voegde aaneen
- voegden aaneen
- voegden aaneen
- voegden aaneen
O.v.t. (Past)
- zal aaneenvoegen
- zult aaneenvoegen
- zal aaneenvoegen
- zult aaneenvoegen
- zult aaneenvoegen
- zullen aaneenvoegen
- zullen aaneenvoegen
O.t.t.t. (Future)
- had aaneengevoegd
- had aaneengevoegd
- had aaneengevoegd
- had aaneengevoegd
- hadden aaneengevoegd
- hadden aaneengevoegd
- hadden aaneengevoegd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb aaneengevoegd
- hebt aaneengevoegd
- heeft aaneengevoegd
- hebt aaneengevoegd
- hebben aaneengevoegd
- hebben aaneengevoegd
- hebben aaneengevoegd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal aaneengevoegd hebben
- zult aaneengevoegd hebben
- zal aaneengevoegd hebben
- zult aaneengevoegd hebben
- zult aaneengevoegd hebben
- zullen aaneengevoegd hebben
- zullen aaneengevoegd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou aaneengevoegd hebben
- zou aaneengevoegd hebben
- zou aaneengevoegd hebben
- zou aaneengevoegd hebben
- zouden aaneengevoegd hebben
- zouden aaneengevoegd hebben
- zouden aaneengevoegd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen aaneengevoegd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden aaneengevoegd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen aaneengevoegd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden aaneengevoegd zijn
-