INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- boette aan
- boette aan
- boette aan
- boette aan
- boetten aan
- boetten aan
- boetten aan
O.v.t. (Past)
- zal aanboeten
- zult aanboeten
- zal aanboeten
- zult aanboeten
- zult aanboeten
- zullen aanboeten
- zullen aanboeten
O.t.t.t. (Future)
- had aangeboet
- had aangeboet
- had aangeboet
- had aangeboet
- hadden aangeboet
- hadden aangeboet
- hadden aangeboet
O.v.t.t. (Condicional)
- heb aangeboet
- hebt aangeboet
- heeft aangeboet
- hebt aangeboet
- hebben aangeboet
- hebben aangeboet
- hebben aangeboet
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal aangeboet hebben
- zult aangeboet hebben
- zal aangeboet hebben
- zult aangeboet hebben
- zult aangeboet hebben
- zullen aangeboet hebben
- zullen aangeboet hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou aangeboet hebben
- zou aangeboet hebben
- zou aangeboet hebben
- zou aangeboet hebben
- zouden aangeboet hebben
- zouden aangeboet hebben
- zouden aangeboet hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)