INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- leverde af
- leverde af
- leverde af
- leverde af
- leverden af
- leverden af
- leverden af
O.v.t. (Past)
- zal afleveren
- zult afleveren
- zal afleveren
- zult afleveren
- zult afleveren
- zullen afleveren
- zullen afleveren
O.t.t.t. (Future)
- had afgeleverd
- had afgeleverd
- had afgeleverd
- had afgeleverd
- hadden afgeleverd
- hadden afgeleverd
- hadden afgeleverd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb afgeleverd
- hebt afgeleverd
- heeft afgeleverd
- hebt afgeleverd
- hebben afgeleverd
- hebben afgeleverd
- hebben afgeleverd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal afgeleverd hebben
- zult afgeleverd hebben
- zal afgeleverd hebben
- zult afgeleverd hebben
- zult afgeleverd hebben
- zullen afgeleverd hebben
- zullen afgeleverd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou afgeleverd hebben
- zou afgeleverd hebben
- zou afgeleverd hebben
- zou afgeleverd hebben
- zouden afgeleverd hebben
- zouden afgeleverd hebben
- zouden afgeleverd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)