INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- wees aan
- wees aan
- wees aan
- wees aan
- wezen aan
- wezen aan
- wezen aan
O.v.t. (Past)
- zal aanwijzen
- zult aanwijzen
- zal aanwijzen
- zult aanwijzen
- zult aanwijzen
- zullen aanwijzen
- zullen aanwijzen
O.t.t.t. (Future)
- had aangewezen
- had aangewezen
- had aangewezen
- had aangewezen
- hadden aangewezen
- hadden aangewezen
- hadden aangewezen
O.v.t.t. (Condicional)
- heb aangewezen
- hebt aangewezen
- heeft aangewezen
- hebt aangewezen
- hebben aangewezen
- hebben aangewezen
- hebben aangewezen
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal aangewezen hebben
- zult aangewezen hebben
- zal aangewezen hebben
- zult aangewezen hebben
- zult aangewezen hebben
- zullen aangewezen hebben
- zullen aangewezen hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou aangewezen hebben
- zou aangewezen hebben
- zou aangewezen hebben
- zou aangewezen hebben
- zouden aangewezen hebben
- zouden aangewezen hebben
- zouden aangewezen hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)