INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- verbeterde
- verbeterde
- verbeterde
- verbeterde
- verbeterden
- verbeterden
- verbeterden
O.v.t. (Past)
- zal verbeteren
- zult verbeteren
- zal verbeteren
- zult verbeteren
- zult verbeteren
- zullen verbeteren
- zullen verbeteren
O.t.t.t. (Future)
- had verbeterd
- had verbeterd
- had verbeterd
- had verbeterd
- hadden verbeterd
- hadden verbeterd
- hadden verbeterd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb verbeterd
- hebt verbeterd
- heeft verbeterd
- hebt verbeterd
- hebben verbeterd
- hebben verbeterd
- hebben verbeterd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal verbeterd hebben
- zult verbeterd hebben
- zal verbeterd hebben
- zult verbeterd hebben
- zult verbeterd hebben
- zullen verbeterd hebben
- zullen verbeterd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou verbeterd hebben
- zou verbeterd hebben
- zou verbeterd hebben
- zou verbeterd hebben
- zouden verbeterd hebben
- zouden verbeterd hebben
- zouden verbeterd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)