NL.png voldoen

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • voldoen

O.t.t. (Present)

  • voldeed
  • voldeed
  • voldeed
  • voldeed
  • voldeden
  • voldeden
  • voldeden
 

O.v.t. (Past)

  • zal voldoen
  • zult voldoen
  • zal voldoen
  • zult voldoen
  • zult voldoen
  • zullen voldoen
  • zullen voldoen

O.t.t.t. (Future)

  • had voldaan
  • had voldaan
  • had voldaan
  • had voldaan
  • hadden voldaan
  • hadden voldaan
  • hadden voldaan
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb voldaan
  • hebt voldaan
  • heeft voldaan
  • hebt voldaan
  • hebben voldaan
  • hebben voldaan
  • hebben voldaan

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal voldaan hebben
  • zult voldaan hebben
  • zal voldaan hebben
  • zult voldaan hebben
  • zult voldaan hebben
  • zullen voldaan hebben
  • zullen voldaan hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou voldaan hebben
  • zou voldaan hebben
  • zou voldaan hebben
  • zou voldaan hebben
  • zouden voldaan hebben
  • zouden voldaan hebben
  • zouden voldaan hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden voldaan
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden voldaan
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen voldaan worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden voldaan worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn voldaan
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was voldaan
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen voldaan zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden voldaan zijn
  •