NL.png vellen

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • vellen

O.t.t. (Present)

  • velde
  • velde
  • velde
  • velde
  • velden
  • velden
  • velden
 

O.v.t. (Past)

  • zal vellen
  • zult vellen
  • zal vellen
  • zult vellen
  • zult vellen
  • zullen vellen
  • zullen vellen

O.t.t.t. (Future)

  • had geveld
  • had geveld
  • had geveld
  • had geveld
  • hadden geveld
  • hadden geveld
  • hadden geveld
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb geveld
  • hebt geveld
  • heeft geveld
  • hebt geveld
  • hebben geveld
  • hebben geveld
  • hebben geveld

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal geveld hebben
  • zult geveld hebben
  • zal geveld hebben
  • zult geveld hebben
  • zult geveld hebben
  • zullen geveld hebben
  • zullen geveld hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou geveld hebben
  • zou geveld hebben
  • zou geveld hebben
  • zou geveld hebben
  • zouden geveld hebben
  • zouden geveld hebben
  • zouden geveld hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden geveld
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden geveld
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen geveld worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden geveld worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn geveld
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was geveld
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen geveld zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden geveld zijn
  •