NL.png usurperen

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • usurperen

O.t.t. (Present)

  • usurpeerde
  • usurpeerde
  • usurpeerde
  • usurpeerde
  • usurpeerden
  • usurpeerden
  • usurpeerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal usurperen
  • zult usurperen
  • zal usurperen
  • zult usurperen
  • zult usurperen
  • zullen usurperen
  • zullen usurperen

O.t.t.t. (Future)

  • had geüsurpeerd
  • had geüsurpeerd
  • had geüsurpeerd
  • had geüsurpeerd
  • hadden geüsurpeerd
  • hadden geüsurpeerd
  • hadden geüsurpeerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb geüsurpeerd
  • hebt geüsurpeerd
  • heeft geüsurpeerd
  • hebt geüsurpeerd
  • hebben geüsurpeerd
  • hebben geüsurpeerd
  • hebben geüsurpeerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal geüsurpeerd hebben
  • zult geüsurpeerd hebben
  • zal geüsurpeerd hebben
  • zult geüsurpeerd hebben
  • zult geüsurpeerd hebben
  • zullen geüsurpeerd hebben
  • zullen geüsurpeerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou geüsurpeerd hebben
  • zou geüsurpeerd hebben
  • zou geüsurpeerd hebben
  • zou geüsurpeerd hebben
  • zouden geüsurpeerd hebben
  • zouden geüsurpeerd hebben
  • zouden geüsurpeerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden geüsurpeerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden geüsurpeerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen geüsurpeerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden geüsurpeerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn geüsurpeerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was geüsurpeerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen geüsurpeerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden geüsurpeerd zijn
  •