INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- usurpeerde
- usurpeerde
- usurpeerde
- usurpeerde
- usurpeerden
- usurpeerden
- usurpeerden
O.v.t. (Past)
- zal usurperen
- zult usurperen
- zal usurperen
- zult usurperen
- zult usurperen
- zullen usurperen
- zullen usurperen
O.t.t.t. (Future)
- had geüsurpeerd
- had geüsurpeerd
- had geüsurpeerd
- had geüsurpeerd
- hadden geüsurpeerd
- hadden geüsurpeerd
- hadden geüsurpeerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geüsurpeerd
- hebt geüsurpeerd
- heeft geüsurpeerd
- hebt geüsurpeerd
- hebben geüsurpeerd
- hebben geüsurpeerd
- hebben geüsurpeerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geüsurpeerd hebben
- zult geüsurpeerd hebben
- zal geüsurpeerd hebben
- zult geüsurpeerd hebben
- zult geüsurpeerd hebben
- zullen geüsurpeerd hebben
- zullen geüsurpeerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geüsurpeerd hebben
- zou geüsurpeerd hebben
- zou geüsurpeerd hebben
- zou geüsurpeerd hebben
- zouden geüsurpeerd hebben
- zouden geüsurpeerd hebben
- zouden geüsurpeerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen geüsurpeerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden geüsurpeerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)