INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- telde
- telde
- telde
- telde
- telden
- telden
- telden
O.v.t. (Past)
- zal tellen
- zult tellen
- zal tellen
- zult tellen
- zult tellen
- zullen tellen
- zullen tellen
O.t.t.t. (Future)
- had geteld
- had geteld
- had geteld
- had geteld
- hadden geteld
- hadden geteld
- hadden geteld
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geteld
- hebt geteld
- heeft geteld
- hebt geteld
- hebben geteld
- hebben geteld
- hebben geteld
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geteld hebben
- zult geteld hebben
- zal geteld hebben
- zult geteld hebben
- zult geteld hebben
- zullen geteld hebben
- zullen geteld hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geteld hebben
- zou geteld hebben
- zou geteld hebben
- zou geteld hebben
- zouden geteld hebben
- zouden geteld hebben
- zouden geteld hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)