INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- monteerde
- monteerde
- monteerde
- monteerde
- monteerden
- monteerden
- monteerden
O.v.t. (Past)
- zal monteren
- zult monteren
- zal monteren
- zult monteren
- zult monteren
- zullen monteren
- zullen monteren
O.t.t.t. (Future)
- had gemonteerd
- had gemonteerd
- had gemonteerd
- had gemonteerd
- hadden gemonteerd
- hadden gemonteerd
- hadden gemonteerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gemonteerd
- hebt gemonteerd
- heeft gemonteerd
- hebt gemonteerd
- hebben gemonteerd
- hebben gemonteerd
- hebben gemonteerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gemonteerd hebben
- zult gemonteerd hebben
- zal gemonteerd hebben
- zult gemonteerd hebben
- zult gemonteerd hebben
- zullen gemonteerd hebben
- zullen gemonteerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gemonteerd hebben
- zou gemonteerd hebben
- zou gemonteerd hebben
- zou gemonteerd hebben
- zouden gemonteerd hebben
- zouden gemonteerd hebben
- zouden gemonteerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)