NL.png letteren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • letteren

O.t.t. (Present)

  • letterde
  • letterde
  • letterde
  • letterde
  • letterden
  • letterden
  • letterden
 

O.v.t. (Past)

  • zal letteren
  • zult letteren
  • zal letteren
  • zult letteren
  • zult letteren
  • zullen letteren
  • zullen letteren

O.t.t.t. (Future)

  • had geletterd
  • had geletterd
  • had geletterd
  • had geletterd
  • hadden geletterd
  • hadden geletterd
  • hadden geletterd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb geletterd
  • hebt geletterd
  • heeft geletterd
  • hebt geletterd
  • hebben geletterd
  • hebben geletterd
  • hebben geletterd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal geletterd hebben
  • zult geletterd hebben
  • zal geletterd hebben
  • zult geletterd hebben
  • zult geletterd hebben
  • zullen geletterd hebben
  • zullen geletterd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou geletterd hebben
  • zou geletterd hebben
  • zou geletterd hebben
  • zou geletterd hebben
  • zouden geletterd hebben
  • zouden geletterd hebben
  • zouden geletterd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden geletterd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden geletterd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen geletterd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden geletterd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn geletterd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was geletterd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen geletterd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden geletterd zijn
  •