NL.png catalogiseren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • catalogiseren

O.t.t. (Present)

  • catalogiseerde
  • catalogiseerde
  • catalogiseerde
  • catalogiseerde
  • catalogiseerden
  • catalogiseerden
  • catalogiseerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal catalogiseren
  • zult catalogiseren
  • zal catalogiseren
  • zult catalogiseren
  • zult catalogiseren
  • zullen catalogiseren
  • zullen catalogiseren

O.t.t.t. (Future)

  • had gecatalogiseerd
  • had gecatalogiseerd
  • had gecatalogiseerd
  • had gecatalogiseerd
  • hadden gecatalogiseerd
  • hadden gecatalogiseerd
  • hadden gecatalogiseerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gecatalogiseerd
  • hebt gecatalogiseerd
  • heeft gecatalogiseerd
  • hebt gecatalogiseerd
  • hebben gecatalogiseerd
  • hebben gecatalogiseerd
  • hebben gecatalogiseerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gecatalogiseerd hebben
  • zult gecatalogiseerd hebben
  • zal gecatalogiseerd hebben
  • zult gecatalogiseerd hebben
  • zult gecatalogiseerd hebben
  • zullen gecatalogiseerd hebben
  • zullen gecatalogiseerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gecatalogiseerd hebben
  • zou gecatalogiseerd hebben
  • zou gecatalogiseerd hebben
  • zou gecatalogiseerd hebben
  • zouden gecatalogiseerd hebben
  • zouden gecatalogiseerd hebben
  • zouden gecatalogiseerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gecatalogiseerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gecatalogiseerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gecatalogiseerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gecatalogiseerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gecatalogiseerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gecatalogiseerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gecatalogiseerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gecatalogiseerd zijn
  •