INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- blokkeerde
- blokkeerde
- blokkeerde
- blokkeerde
- blokkeerden
- blokkeerden
- blokkeerden
O.v.t. (Past)
- zal blokkeren
- zult blokkeren
- zal blokkeren
- zult blokkeren
- zult blokkeren
- zullen blokkeren
- zullen blokkeren
O.t.t.t. (Future)
- had geblokkeerd
- had geblokkeerd
- had geblokkeerd
- had geblokkeerd
- hadden geblokkeerd
- hadden geblokkeerd
- hadden geblokkeerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geblokkeerd
- hebt geblokkeerd
- heeft geblokkeerd
- hebt geblokkeerd
- hebben geblokkeerd
- hebben geblokkeerd
- hebben geblokkeerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geblokkeerd hebben
- zult geblokkeerd hebben
- zal geblokkeerd hebben
- zult geblokkeerd hebben
- zult geblokkeerd hebben
- zullen geblokkeerd hebben
- zullen geblokkeerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geblokkeerd hebben
- zou geblokkeerd hebben
- zou geblokkeerd hebben
- zou geblokkeerd hebben
- zouden geblokkeerd hebben
- zouden geblokkeerd hebben
- zouden geblokkeerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen geblokkeerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden geblokkeerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)