NL.png bedroeven

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • bedroeven

O.t.t. (Present)

  • bedroefde
  • bedroefde
  • bedroefde
  • bedroefde
  • bedroefden
  • bedroefden
  • bedroefden
 

O.v.t. (Past)

  • zal bedroeven
  • zult bedroeven
  • zal bedroeven
  • zult bedroeven
  • zult bedroeven
  • zullen bedroeven
  • zullen bedroeven

O.t.t.t. (Future)

  • had bedroefd
  • had bedroefd
  • had bedroefd
  • had bedroefd
  • hadden bedroefd
  • hadden bedroefd
  • hadden bedroefd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb bedroefd
  • hebt bedroefd
  • heeft bedroefd
  • hebt bedroefd
  • hebben bedroefd
  • hebben bedroefd
  • hebben bedroefd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal bedroefd hebben
  • zult bedroefd hebben
  • zal bedroefd hebben
  • zult bedroefd hebben
  • zult bedroefd hebben
  • zullen bedroefd hebben
  • zullen bedroefd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou bedroefd hebben
  • zou bedroefd hebben
  • zou bedroefd hebben
  • zou bedroefd hebben
  • zouden bedroefd hebben
  • zouden bedroefd hebben
  • zouden bedroefd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden bedroefd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden bedroefd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen bedroefd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden bedroefd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn bedroefd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was bedroefd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen bedroefd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden bedroefd zijn
  •