INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- amputeerde
- amputeerde
- amputeerde
- amputeerde
- amputeerden
- amputeerden
- amputeerden
O.v.t. (Past)
- zal amputeren
- zult amputeren
- zal amputeren
- zult amputeren
- zult amputeren
- zullen amputeren
- zullen amputeren
O.t.t.t. (Future)
- had geamputeerd
- had geamputeerd
- had geamputeerd
- had geamputeerd
- hadden geamputeerd
- hadden geamputeerd
- hadden geamputeerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geamputeerd
- hebt geamputeerd
- heeft geamputeerd
- hebt geamputeerd
- hebben geamputeerd
- hebben geamputeerd
- hebben geamputeerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geamputeerd hebben
- zult geamputeerd hebben
- zal geamputeerd hebben
- zult geamputeerd hebben
- zult geamputeerd hebben
- zullen geamputeerd hebben
- zullen geamputeerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geamputeerd hebben
- zou geamputeerd hebben
- zou geamputeerd hebben
- zou geamputeerd hebben
- zouden geamputeerd hebben
- zouden geamputeerd hebben
- zouden geamputeerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen geamputeerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden geamputeerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)