INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- zwol
- zwol
- zwol
- zwol
- zwollen
- zwollen
- zwollen
O.v.t. (Past)
- zal zwellen
- zult zwellen
- zal zwellen
- zult zwellen
- zult zwellen
- zullen zwellen
- zullen zwellen
O.t.t.t. (Future)
- was gezwollen
- was gezwollen
- was gezwollen
- was gezwollen
- waren gezwollen
- waren gezwollen
- waren gezwollen
O.v.t.t. (Condicional)
- ben gezwollen
- bent gezwollen
- is gezwollen
- bent gezwollen
- zijn gezwollen
- zijn gezwollen
- zijn gezwollen
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gezwollen zijn
- zult gezwollen zijn
- zal gezwollen zijn
- zult gezwollen zijn
- zult gezwollen zijn
- zullen gezwollen zijn
- zullen gezwollen zijn
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gezwollen zijn
- zou gezwollen zijn
- zou gezwollen zijn
- zou gezwollen zijn
- zouden gezwollen zijn
- zouden gezwollen zijn
- zouden gezwollen zijn
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)