INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- glom
- glom
- glom
- glom
- glommen
- glommen
- glommen
O.v.t. (Past)
- zal glimmen
- zult glimmen
- zal glimmen
- zult glimmen
- zult glimmen
- zullen glimmen
- zullen glimmen
O.t.t.t. (Future)
- had geglommen
- had geglommen
- had geglommen
- had geglommen
- hadden geglommen
- hadden geglommen
- hadden geglommen
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geglommen
- hebt geglommen
- heeft geglommen
- hebt geglommen
- hebben geglommen
- hebben geglommen
- hebben geglommen
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geglommen hebben
- zult geglommen hebben
- zal geglommen hebben
- zult geglommen hebben
- zult geglommen hebben
- zullen geglommen hebben
- zullen geglommen hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geglommen hebben
- zou geglommen hebben
- zou geglommen hebben
- zou geglommen hebben
- zouden geglommen hebben
- zouden geglommen hebben
- zouden geglommen hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)