INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- gold
- gold
- gold
- gold
- gold
- gold
- gold
O.v.t. (Past)
- zal gelden
- zult gelden
- zal gelden
- zult gelden
- zult gelden
- zullen gelden
- zullen gelden
O.t.t.t. (Future)
- had gegolden
- had gegolden
- had gegolden
- had gegolden
- hadden gegolden
- hadden gegolden
- hadden gegolden
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gegolden
- hebt gegolden
- heeft gegolden
- hebt gegolden
- hebben gegolden
- hebben gegolden
- hebben gegolden
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gegolden hebben
- zult gegolden hebben
- zal gegolden hebben
- zult gegolden hebben
- zult gegolden hebben
- zullen gegolden hebben
- zullen gegolden hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gegolden hebben
- zou gegolden hebben
- zou gegolden hebben
- zou gegolden hebben
- zouden gegolden hebben
- zouden gegolden hebben
- zouden gegolden hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)