NL.png verdwijnen

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • verdwijnen

O.t.t. (Present)

  • verdween
  • verdween
  • verdween
  • verdween
  • verdwenen
  • verdwenen
  • verdwenen
 

O.v.t. (Past)

  • zal verdwijnen
  • zult verdwijnen
  • zal verdwijnen
  • zult verdwijnen
  • zult verdwijnen
  • zullen verdwijnen
  • zullen verdwijnen

O.t.t.t. (Future)

  • was verdwenen
  • was verdwenen
  • was verdwenen
  • was verdwenen
  • waren verdwenen
  • waren verdwenen
  • waren verdwenen
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • ben verdwenen
  • bent verdwenen
  • is verdwenen
  • bent verdwenen
  • zijn verdwenen
  • zijn verdwenen
  • zijn verdwenen

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal verdwenen zijn
  • zult verdwenen zijn
  • zal verdwenen zijn
  • zult verdwenen zijn
  • zult verdwenen zijn
  • zullen verdwenen zijn
  • zullen verdwenen zijn
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou verdwenen zijn
  • zou verdwenen zijn
  • zou verdwenen zijn
  • zou verdwenen zijn
  • zouden verdwenen zijn
  • zouden verdwenen zijn
  • zouden verdwenen zijn

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • *
  •  

O.v.t. (Past)

  • *
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • *
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • *
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • *
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • *
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • *
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • *
  •