NL.png vallen

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • vallen

O.t.t. (Present)

  • viel
  • viel
  • viel
  • viel
  • vielen
  • vielen
  • vielen
 

O.v.t. (Past)

  • zal vallen
  • zult vallen
  • zal vallen
  • zult vallen
  • zult vallen
  • zullen vallen
  • zullen vallen

O.t.t.t. (Future)

  • was gevallen
  • was gevallen
  • was gevallen
  • was gevallen
  • were gevallen
  • were gevallen
  • were gevallen
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • ben gevallen
  • bent gevallen
  • is gevallen
  • bent gevallen
  • zijn gevallen
  • zijn gevallen
  • zijn gevallen

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gevallen zijn
  • zult gevallen zijn
  • zal gevallen zijn
  • zult gevallen zijn
  • zult gevallen zijn
  • zullen gevallen zijn
  • zullen gevallen zijn
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gevallen zijn
  • zou gevallen zijn
  • zou gevallen zijn
  • zou gevallen zijn
  • zouden gevallen zijn
  • zouden gevallen zijn
  • zouden gevallen zijn

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • *
  •  

O.v.t. (Past)

  • *
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • *
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • *
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • *
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • *
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • *
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • *
  •