INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- trof
- trof
- trof
- trof
- troffen
- troffen
- troffen
O.v.t. (Past)
- zal treffen
- zult treffen
- zal treffen
- zult treffen
- zult treffen
- zullen treffen
- zullen treffen
O.t.t.t. (Future)
- had getroffen
- had getroffen
- had getroffen
- had getroffen
- hadden getroffen
- hadden getroffen
- hadden getroffen
O.v.t.t. (Condicional)
- heb getroffen
- hebt getroffen
- heeft getroffen
- hebt getroffen
- hebben getroffen
- hebben getroffen
- hebben getroffen
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal getroffen hebben
- zult getroffen hebben
- zal getroffen hebben
- zult getroffen hebben
- zult getroffen hebben
- zullen getroffen hebben
- zullen getroffen hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou getroffen hebben
- zou getroffen hebben
- zou getroffen hebben
- zou getroffen hebben
- zouden getroffen hebben
- zouden getroffen hebben
- zouden getroffen hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)