INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

• plaatsen

O.t.t. (Present)

• plaatse
• plaatse
• plaatse
• plaatse
• plaatsen
• plaatsen
• plaatsen

O.v.t. (Past)

• zal plaatsen
• zult plaatsen
• zal plaatsen
• zult plaatsen
• zult plaatsen
• zullen plaatsen
• zullen plaatsen

O.t.t.t. (Future)

• had geplaatst
• had geplaatst
• had geplaatst
• had geplaatst
• hadden geplaatst
• hadden geplaatst
• hadden geplaatst

O.v.t.t. (Condicional)

• heb geplaatst
• hebt geplaatst
• heeft geplaatst
• hebt geplaatst
• hebben geplaatst
• hebben geplaatst
• hebben geplaatst

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zal geplaatst hebben
• zult geplaatst hebben
• zal geplaatst hebben
• zult geplaatst hebben
• zult geplaatst hebben
• zullen geplaatst hebben
• zullen geplaatst hebben

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zou geplaatst hebben
• zou geplaatst hebben
• zou geplaatst hebben
• zou geplaatst hebben
• zouden geplaatst hebben
• zouden geplaatst hebben
• zouden geplaatst hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

• worden geplaatst
•  

O.v.t. (Past)

• worden geplaatst
•  

O.t.t.t. (Future)

• zullen geplaatst worden
•  

O.v.t.t. (Condicional)

• zouden geplaatst worden
•  

V.t.t. (Present Perfect)

• zijn geplaatst
•  

V.v.t. (Past Perfect)

• was geplaatst
•  

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zullen geplaatst zijn
•  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zouden geplaatst zijn
•