INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- meed
- meed
- meed
- meed
- meden
- meden
- meden
O.v.t. (Past)
- zal mijden
- zult mijden
- zal mijden
- zult mijden
- zult mijden
- zullen mijden
- zullen mijden
O.t.t.t. (Future)
- had gemeden
- had gemeden
- had gemeden
- had gemeden
- hadden gemeden
- hadden gemeden
- hadden gemeden
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gemeden
- hebt gemeden
- heeft gemeden
- hebt gemeden
- hebben gemeden
- hebben gemeden
- hebben gemeden
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gemeden hebben
- zult gemeden hebben
- zal gemeden hebben
- zult gemeden hebben
- zult gemeden hebben
- zullen gemeden hebben
- zullen gemeden hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gemeden hebben
- zou gemeden hebben
- zou gemeden hebben
- zou gemeden hebben
- zouden gemeden hebben
- zouden gemeden hebben
- zouden gemeden hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)