NL.png graven

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • graven

O.t.t. (Present)

  • groef
  • groef
  • groef
  • groef
  • groeven
  • groeven
  • groeven
 

O.v.t. (Past)

  • zal graven
  • zult graven
  • zal graven
  • zult graven
  • zult graven
  • zullen graven
  • zullen graven

O.t.t.t. (Future)

  • had gegraven
  • had gegraven
  • had gegraven
  • had gegraven
  • hadden gegraven
  • hadden gegraven
  • hadden gegraven
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gegraven
  • hebt gegraven
  • heeft gegraven
  • hebt gegraven
  • hebben gegraven
  • hebben gegraven
  • hebben gegraven

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gegraven hebben
  • zult gegraven hebben
  • zal gegraven hebben
  • zult gegraven hebben
  • zult gegraven hebben
  • zullen gegraven hebben
  • zullen gegraven hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gegraven hebben
  • zou gegraven hebben
  • zou gegraven hebben
  • zou gegraven hebben
  • zouden gegraven hebben
  • zouden gegraven hebben
  • zouden gegraven hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gegraven
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gegraven
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gegraven worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gegraven worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gegraven
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gegraven
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gegraven zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gegraven zijn
  •