INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- goot
- goot
- goot
- goot
- goten
- goten
- goten
O.v.t. (Past)
- zal gieten
- zult gieten
- zal gieten
- zult gieten
- zult gieten
- zullen gieten
- zullen gieten
O.t.t.t. (Future)
- had gegoten
- had gegoten
- had gegoten
- had gegoten
- hadden gegoten
- hadden gegoten
- hadden gegoten
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gegoten
- hebt gegoten
- heeft gegoten
- hebt gegoten
- hebben gegoten
- hebben gegoten
- hebben gegoten
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gegoten hebben
- zult gegoten hebben
- zal gegoten hebben
- zult gegoten hebben
- zult gegoten hebben
- zullen gegoten hebben
- zullen gegoten hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gegoten hebben
- zou gegoten hebben
- zou gegoten hebben
- zou gegoten hebben
- zouden gegoten hebben
- zouden gegoten hebben
- zouden gegoten hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)