INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- bad
- bad
- bad
- bad
- baden
- baden
- baden
O.v.t. (Past)
- zal bidden
- zult bidden
- zal bidden
- zult bidden
- zult bidden
- zullen bidden
- zullen bidden
O.t.t.t. (Future)
- had gebeden
- had gebeden
- had gebeden
- had gebeden
- hadden gebeden
- hadden gebeden
- hadden gebeden
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gebeden
- hebt gebeden
- heeft gebeden
- hebt gebeden
- hebben gebeden
- hebben gebeden
- hebben gebeden
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gebeden hebben
- zult gebeden hebben
- zal gebeden hebben
- zult gebeden hebben
- zult gebeden hebben
- zullen gebeden hebben
- zullen gebeden hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gebeden hebben
- zou gebeden hebben
- zou gebeden hebben
- zou gebeden hebben
- zouden gebeden hebben
- zouden gebeden hebben
- zouden gebeden hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)