NL.png beginnen

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • beginnen

O.t.t. (Present)

  • begon
  • begon
  • begon
  • begon
  • begonnen
  • begonnen
  • begonnen
 

O.v.t. (Past)

  • zal beginnen
  • zult beginnen
  • zal beginnen
  • zult beginnen
  • zult beginnen
  • zullen beginnen
  • zullen beginnen

O.t.t.t. (Future)

  • was begonnen
  • was begonnen
  • was begonnen
  • was begonnen
  • waren begonnen
  • waren begonnen
  • waren begonnen
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • ben begonnen
  • bent begonnen
  • is begonnen
  • bent begonnen
  • zijn begonnen
  • zijn begonnen
  • zijn begonnen

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal begonnen zijn
  • zult begonnen zijn
  • zal begonnen zijn
  • zult begonnen zijn
  • zult begonnen zijn
  • zullen begonnen zijn
  • zullen begonnen zijn
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou begonnen zijn
  • zou begonnen zijn
  • zou begonnen zijn
  • zou begonnen zijn
  • zouden begonnen zijn
  • zouden begonnen zijn
  • zouden begonnen zijn

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden begonnen
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden begonnen
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen begonnen worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden begonnen worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn begonnen
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was begonnen
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen begonnen zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden begonnen zijn
  •