INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- vermomde
- vermomde
- vermomde
- vermomde
- vermomden
- vermomden
- vermomden
O.v.t. (Past)
- zal vermommen
- zult vermommen
- zal vermommen
- zult vermommen
- zult vermommen
- zullen vermommen
- zullen vermommen
O.t.t.t. (Future)
- had vermomd
- had vermomd
- had vermomd
- had vermomd
- hadden vermomd
- hadden vermomd
- hadden vermomd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb vermomd
- hebt vermomd
- heeft vermomd
- hebt vermomd
- hebben vermomd
- hebben vermomd
- hebben vermomd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal vermomd hebben
- zult vermomd hebben
- zal vermomd hebben
- zult vermomd hebben
- zult vermomd hebben
- zullen vermomd hebben
- zullen vermomd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou vermomd hebben
- zou vermomd hebben
- zou vermomd hebben
- zou vermomd hebben
- zouden vermomd hebben
- zouden vermomd hebben
- zouden vermomd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)