INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- verknalde
- verknalde
- verknalde
- verknalde
- verknalden
- verknalden
- verknalden
O.v.t. (Past)
- zal verknallen
- zult verknallen
- zal verknallen
- zult verknallen
- zult verknallen
- zullen verknallen
- zullen verknallen
O.t.t.t. (Future)
- had verknald
- had verknald
- had verknald
- had verknald
- hadden verknald
- hadden verknald
- hadden verknald
O.v.t.t. (Condicional)
- heb verknald
- hebt verknald
- heeft verknald
- hebt verknald
- hebben verknald
- hebben verknald
- hebben verknald
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal verknald hebben
- zult verknald hebben
- zal verknald hebben
- zult verknald hebben
- zult verknald hebben
- zullen verknald hebben
- zullen verknald hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou verknald hebben
- zou verknald hebben
- zou verknald hebben
- zou verknald hebben
- zouden verknald hebben
- zouden verknald hebben
- zouden verknald hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)