INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- verdaagde
- verdaagde
- verdaagde
- verdaagde
- verdaagden
- verdaagden
- verdaagden
O.v.t. (Past)
- zal verdagen
- zult verdagen
- zal verdagen
- zult verdagen
- zult verdagen
- zullen verdagen
- zullen verdagen
O.t.t.t. (Future)
- had verdaagd
- had verdaagd
- had verdaagd
- had verdaagd
- hadden verdaagd
- hadden verdaagd
- hadden verdaagd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb verdaagd
- hebt verdaagd
- heeft verdaagd
- hebt verdaagd
- hebben verdaagd
- hebben verdaagd
- hebben verdaagd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal verdaagd hebben
- zult verdaagd hebben
- zal verdaagd hebben
- zult verdaagd hebben
- zult verdaagd hebben
- zullen verdaagd hebben
- zullen verdaagd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou verdaagd hebben
- zou verdaagd hebben
- zou verdaagd hebben
- zou verdaagd hebben
- zouden verdaagd hebben
- zouden verdaagd hebben
- zouden verdaagd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)