INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- transpireerde
- transpireerde
- transpireerde
- transpireerde
- transpireerden
- transpireerden
- transpireerden
O.v.t. (Past)
- zal transpireren
- zult transpireren
- zal transpireren
- zult transpireren
- zult transpireren
- zullen transpireren
- zullen transpireren
O.t.t.t. (Future)
- had getranspireerd
- had getranspireerd
- had getranspireerd
- had getranspireerd
- hadden getranspireerd
- hadden getranspireerd
- hadden getranspireerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb getranspireerd
- hebt getranspireerd
- heeft getranspireerd
- hebt getranspireerd
- hebben getranspireerd
- hebben getranspireerd
- hebben getranspireerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal getranspireerd hebben
- zult getranspireerd hebben
- zal getranspireerd hebben
- zult getranspireerd hebben
- zult getranspireerd hebben
- zullen getranspireerd hebben
- zullen getranspireerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou getranspireerd hebben
- zou getranspireerd hebben
- zou getranspireerd hebben
- zou getranspireerd hebben
- zouden getranspireerd hebben
- zouden getranspireerd hebben
- zouden getranspireerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)