INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- talmde
- talmde
- talmde
- talmde
- talmden
- talmden
- talmden
O.v.t. (Past)
- zal talmen
- zult talmen
- zal talmen
- zult talmen
- zult talmen
- zullen talmen
- zullen talmen
O.t.t.t. (Future)
- had getalmd
- had getalmd
- had getalmd
- had getalmd
- hadden getalmd
- hadden getalmd
- hadden getalmd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb getalmd
- hebt getalmd
- heeft getalmd
- hebt getalmd
- hebben getalmd
- hebben getalmd
- hebben getalmd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal getalmd hebben
- zult getalmd hebben
- zal getalmd hebben
- zult getalmd hebben
- zult getalmd hebben
- zullen getalmd hebben
- zullen getalmd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou getalmd hebben
- zou getalmd hebben
- zou getalmd hebben
- zou getalmd hebben
- zouden getalmd hebben
- zouden getalmd hebben
- zouden getalmd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)