INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

• subsidiëren

O.t.t. (Present)

• subsidieerde
• subsidieerde
• subsidieerde
• subsidieerde
• subsidieerden
• subsidieerden
• subsidieerden

O.v.t. (Past)

• zal subsidiëren
• zult subsidiëren
• zal subsidiëren
• zult subsidiëren
• zult subsidiëren
• zullen subsidiëren
• zullen subsidiëren

O.t.t.t. (Future)

• had gesubsidieerd
• had gesubsidieerd
• had gesubsidieerd
• had gesubsidieerd
• hadden gesubsidieerd
• hadden gesubsidieerd
• hadden gesubsidieerd

O.v.t.t. (Condicional)

• heb gesubsidieerd
• hebt gesubsidieerd
• heeft gesubsidieerd
• hebt gesubsidieerd
• hebben gesubsidieerd
• hebben gesubsidieerd
• hebben gesubsidieerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zal gesubsidieerd hebben
• zult gesubsidieerd hebben
• zal gesubsidieerd hebben
• zult gesubsidieerd hebben
• zult gesubsidieerd hebben
• zullen gesubsidieerd hebben
• zullen gesubsidieerd hebben

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zou gesubsidieerd hebben
• zou gesubsidieerd hebben
• zou gesubsidieerd hebben
• zou gesubsidieerd hebben
• zouden gesubsidieerd hebben
• zouden gesubsidieerd hebben
• zouden gesubsidieerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

• worden gesubsidieerd
•  

O.v.t. (Past)

• worden gesubsidieerd
•  

O.t.t.t. (Future)

• zullen gesubsidieerd worden
•  

O.v.t.t. (Condicional)

• zouden gesubsidieerd worden
•  

V.t.t. (Present Perfect)

• zijn gesubsidieerd
•  

V.v.t. (Past Perfect)

• was gesubsidieerd
•  

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zullen gesubsidieerd zijn
•  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zouden gesubsidieerd zijn
•